De koeien en kalveren op het bedrijf zijn zwartbonte Holsteiners. Naast de 250 melkkoeien zijn er ook 200 stuks jongvee aanwezig.
Wekelijks worden er enkele kalfjes geboren op de boerderij. De stierkalveren verlaten na enkele weken het bedrijf, de vaarskalveren worden opgefokt tot melkkoe. Na ruim een jaar is het kalf geslachtsrijp en noemen we het kalf pink. Na een draagtijd van 280 dagen zet deze pink haar eerste kalf ter wereld. Ze is dan vaars geworden en ongeveer twee jaar oud. Vanaf dit moment wordt de vaars twee maal daags gemolken, op het moment dat ze voor de tweede keer kalft is het officieel pas een melkkoe.
Doel is om koe door middel van goede verzorging, voeding en fokkerij zo oud mogelijk te laten worden. De opfokkosten moeten immers eerst worden terugverdiend voordat de melkkoe bij draagt aan het inkomen. Veel boeren storen zich dan ook aan het feit dat in bepaalde media koeien weggezet worden als zogenaamde ‘wegwerpproducten’.
Een hoge productie per koe is voor de ondernemers dan ook geen doel, een hoge levensproductie wel. Om dat te bereiken moet de koe naast een goede productie ook oud kunnen worden. Als alles goed gaat en met een beetje geluk kan een koe dan 100.000 kg melk of meer in haar leven produceren. In 1989 bereikte Corrie 10 op 18-jarige leeftijd deze mijlpaal al. Ook Ellen 23 was zo’n superkoe, ze presteerde het om meer dan 140.000 kg melk en ruim 10.000 kg vet en eiwit te produceren. In 2015 hebben twee koeien op het bedrijf de mijlpaal van 100.000 kg melk bereikt.